Vanmorgen lukte het iets beter om door te slapen. Ik was vannacht wel weer enkele keren wakker, maar sliep door tot kwart voor zeven. Daarna stond ik op en ging ontbijten. Ook dit motel bood een keur aan koude en warme gerechten. Door de jaren heen zijn de ontbijten in motels steeds beter geworden. Nadat ik ingepakt had checkte ik uit en ging op pad. Ik wilde eerst tanken en reed naar een benzinestation. Het bleek dat ik daar niet terecht kon met mijn creditcard, er werd gevraagd om een ZIP-code en die had ik uiteraard niet. Ook mijn pinpas werd niet geaccepteerd, waarop ik besloot een ander station te proberen. Hier trof ik hetzelfde beeld aan, maar op de pomp zat een stickertje met uitleg. Buitenlandse creditcards bleken inderdaad niet te werken omdat daar geen herkenbare ZIP bij hoort. Het advies was om prepaid te tanken. Ik ging dus naar binnen en nam op de gok voor 10 dollar tegoed af. Nu lukte het tanken wel en er stroomde voor 10 dollar “Regular” in de tank. Ik had niet teveel betaald, de pomp stopte bij het volledige bedrag en toen bleek de tank nog niet vol te zijn.
Ik ging op weg en reed de Interstate 70 op in westelijke richting. Deze snelweg wordt op de kaart in dit gebied vergezeld van een groene stippellijn, die aanduidt dat dit een bijzonder mooi traject moet zijn. Dat bleek te kloppen. De vierbaansweg slingerde zich door de bergen van Colorado, waardoor het bijna een toeristische route leek. Ik reed niet lang op de snelweg, maar ging er al snel af om de weg naar Leadville op te draaien. Rt 91 voerde me, samen met vele fietsers die deze bergweg opreden, naar het zuidwesten. De weg steeg vrij snel, waarbij ik o.a. langs Clinton Culch reservoir, een fraai meertje kwam.
Daarna kwam Fremont Pass in zicht, waarbij ik opnieuw de waterscheiding passeerde en weer aan het oosten van de Rockies terecht kwam. Fremont Pass bleek 3450 meter hoog te zijn, iets dat ik moest opzoeken. Ik heb langs de weg geen bordje of ander teken gezien dat ik een pas over ging. Op pashoogte bevindt zich Climax Mine, een enorme Molybdeen mijn. Aan de zuidkant daalde de weg zeer schielijk. Daarna was het nog een aardig eindje naar Leadville. Leadville bleek een oud mijnstadje te zijn, dat nog steeds in de belangstelling staat. Diverse oude gebouwen zagen er keurig onderhouden uit en op de hoofdweg liepen heel wat mensen langs de winkeltjes en restaurantjes te wandelen.
Ik keek hier even rond en reed vervolgens verder naar het zuidwesten. De weg voerde door een brede vallei langs de Arkansas River, die ik op een gegeven moment overstak. Daarna kwam er een afslag naar rechts Rt 82, die naar Independence Pass leidt. De weg liep eerst langs Twin Lakes, de naam voor twee meertjes en voor een gehuchtje van enkele huizen. Daarna reed ik het bos in en steeg de weg maar lichtjes, met hier en daar wat bochten.
Uiteindelijk ging het landschap open en begon de weg serieus te stijgen. Daarmee had ik de pas nog niet bereikt, want na een stukje vrij vlakke weg kwamen er enkele haarspelden, waarmee de weg zeer stijl steeg naar de pas, die op 12093 voet (= 3687 meter). Bovenop was het fris en er stond veel wind. Ik liep naar het uitzichtpunt dat een eind van de weg op een heuveltje ligt. Ik was nog niet gewend aan de hoogte en moest rustig lopen om niet buiten adem te raken.
Nadat ik bovenop even had rondgekeken, reed ik verder in de richting van Aspen. Ook aan deze kant van de pas duurde het lang voordat ik de bewoonde wereld weer bereikte. De weg was hier aanmerkelijk smaller en kronkeliger dan aan de andere kant. Aspen bleek het skioord te zijn dat ik verwachtte. Het leek wel een beetje op de Europese wintersportplaatsen die ik ken. Het was hier wel druk en bedrijvig. Kennelijk is er ’s zomers ook genoeg te doen. Ik onderzocht dat niet, maar reed verder naar het noorden, tot ik bij Glenwood Springs Interstate 70 weer bereikte. Ik reed de snelweg op en volgde die voor meer dan een uur in westelijke richting. De weg voerde steeds door een fraai landschap, dat afwisselend bergachtig en vlakker was. Bij Grand Junction ging ik de weg af. Ik betrok een kamer bij Best Western in Clifton, een plaatsje dat aan Grand Junction vastgegroeid is. Ik kreeg een kamer aan de riante binnenplaats.
Mooie dag. 236 mijl gereden.
Voor meer foto’s van deze vakantie klik