Ontbijt in The Horseshoe Inn
Na een goede nachtrust in het stille Levisham stonden we op voor onze laatste dag in Yorkshire. Vandaag wilden we van Levisham naar Farndale en Hull rijden, met onderweg een wandeling in Farndale.
Maar eerst was het tijd voor een voortreffelijk ontbijt in The Horseshoe Inn. We liepen de trap af en stonden meteen in het deel van de pub waar vanmorgen geen mensen zaten. Alles zag er netjes en verzorgd uit in het zachte ochtendlicht.
Het ontbijt was georganiseerd zoals we dat al eerder hadden gezien: een buffet met koude gerechten en een menu waaruit we konden kiezen wat we wilden voor warme gerechten. De kwaliteit van deze maaltijd was net zo excellent als die van gisteravond. Het ontbijt was heerlijk en de porties waren ruim voldoende voor een stevig begin van de dag.
Van Levisham naar Farndale
Na het voortreffelijke ontbijt pakten we onze spullen in, rekenden af bij The Horseshoe Inn en bekeken de kerk van Levisham en de schilderachtige omgeving. Dit dorpje bleek een onverwachte extra bezienswaardigheid te zijn, zoals het er bijlag in het gedempte ochtendlicht.
Het was stil in het dorp. Enkele bewoners lieten hun hond uit en terwijl we hier een poosje rondkeken kwamen er hooguit drie auto’s voorbij. Het dorp ligt enigszins afgelegen. Je kunt nog verder rijden naar een stationnetje van de NYMR, met werkplaats, maar doorgaand verkeer komt hier niet en dat was duidelijk te zien.
Daarna stapten we in de auto en begonnen aan de rit naar Farndale. Voor zover we hadden kunnen zien, konden we niet rechtstreeks naar het westen rijden, maar moesten we eerst naar Pickering en vandaar naar Farndale.
We kwamen door Lastingham, een dorp dat ons was aangeraden door David en Caroline, waar we afgelopen zondag verbleven. Dit aardige dorp zag er inderdaad prachtig uit, maar we stopten er niet uitgebreid omdat we naar Farndale wilden.
Wandeling door Farndale
Via Hutton-le-Hole kwamen we in Farndale terecht, waar we parkeerden op Low Mill Car Park. We trokken onze wandelschoenen aan en begonnen aan de wandeling langs de rivier, die wonderlijk genoeg niet Farne, maar Dove heet.
We waren hier heengegaan om de narcissen te zien bloeien. Dit dal is terecht beroemd om de vele (wilde) narcissen die hier groeien. Algauw ontdekten we dat we iets te laat in het seizoen waren. Het grootste deel van de narcissen was al uitgebloeid. Hier en daar zagen we nog een laat exemplaar staan bloeien.
Ondanks dat was het een fraaie wandeling in het mooie dal. Het pad kronkelde met de rivier mee en steeg zeer geleidelijk in de richting van Church Houses.
We liepen niet helemaal door tot in Church Houses, waar we waarschijnlijk wel hadden kunnen lunchen. We kwamen zelfs niet tot bij Daffy Caffy, een restaurantje dat vandaag waarschijnlijk gesloten was. Gezien de tijd die we nog nodig dachten te hebben om op tijd in Hull te komen keerden we na een halfuurtje om en liepen terug naar de parkeerplaats.
Via Hutton-le-Hole naar Hull
We vertrokken van de parkeerplaats en reden langs de andere kant van het dal terug naar het zuiden, tot we na 20 minuten weer in Hutton-le-Hole aankwamen. Daar parkeerden we achter The Crown en gingen naar binnen om te lunchen.
Er waren aardig wat gasten in de pub, die een beperkte personeelsbezetting had en daarom ook een beperkte kaart voerde. Ook hier waren de gevolgen van de Coronapandemie nog goed merkbaar. Desondanks serveerde men een bijzonder smakelijke sandwich die we ons goed lieten smaken.
Na de lunch reden we we naar Hull om de boot terug naar huis te nemen. De route voerde ons vooral over tweebaans wegen door een afwisselend mooi landschap, waarbij we plaatsen als Malton, Wetwang en Bainton passeerden. Bij een Tesco in Hull stopten we om boodschappen te doen, waarna we door het centrum van de stad naar de ferry reden.
Inschepen op Pride of Rotterdam
We waren ruim op tijd bij de kantoortjes van P&O Ferries. Op vertoon van het vorige week geprinte bewijsje konden we vrijwel meteen doorrijden. Er keek verder niemand naar ons om. De douane scheen na Brexit minder inspanningen te leveren dan we eerder wel eens hebben meegemaakt.
Aan boord van de Pride of Rotterdam, waarmee we ook de terugreis zouden doen, kregen we een plaatsje op het autodek waar nu nog niet veel auto’s stonden. Daarna zochten we onze hut op, die ook nu aan de voorkant van het schip lag, zodat we door het raampje naar voren konden kijken. Voordat we gingen eten, liep ik een rondje over het schip en keek ook even rond op het achterdek, waar ik de vrachtauto’s aan boord zag rijden.
We aten ook nu heerlijk van het dinerbuffet en waren al klaar met eten voordat de boot vertrok. Toen we terugliepen naar onze hut zagen we dat de incheck al gesloten was en dat er geen auto’s meer aan boord reden. Ruim een half uur voor de geplande vertrektijd kondigde de kapitein aan dat alles wat mee moest aan boord was gebracht en dat we gingen vertrekken.
Van Hull naar Europoort
Langzaam voer het schip de Humber af, terwijl het donker werd in het oosten. We gingen op tijd slapen, want vannacht zouden we een uur in moeten leveren omdat de klok een uur vooruit werd gezet. Het viel ons op dat het schip, net als vier jaar geleden, niet zo snel voer als vorige week. Kennelijk is er op de overtocht van Hull naar Rotterdam meer tijd en hoeft men zich niet zo te haasten. Daaraan droeg onze vroege vertrektijd waarschijnlijk ook bij.
Na een goede nachtrust werden we nog voor het officiële weksignaal wakker en keken door de patrijspoort naar voren. In de verte waren de stoompluimen van de centrale op de Maasvlakte al te zien, maar het zou nog wel even duren voordat we daar aankwamen.
We gingen ontbijten in het buffetrestaurant en merkten toen op dat de snelheid van de boot voor dit laatste uur nog flink werd opgevoerd. Het schip begon nu wel te trillen en duidelijk hoorbaar en voelbaar was dat we aardig opschoten.
Precies op tijd meerden we in Europoort aan, waarna we niet veel later van de boot afreden en zonder enig oponthoud de douane passeerden. Vervolgens reden we in ruim 5 kwartier naar huis, na een prachtige vakantie in het altijd weer boeiende Engeland.